Met AFAS kun je tot 5 dimensies (verbijzonderingsassen) en afzonderlijke projecten met kostenposten gebruiken.
Algemene set-up
De onderstaande secties beschrijven alleen wijzigingen die moeten worden toegepast op een bestaande verbinding. In het algemene artikel over het opzetten van een AFAS-verbinding vind je meer informatie over het instellen van een verbinding tussen Moss en AFAS.
AFAS configureren voor gebruik met extra dimensies
De dimensies komen van de 'Profit_Allocation_Assignments GetConnector'. Controleer of de AppConnector die je hebt ingesteld voor Moss deze GetConnector bevat:
Profit_Allocation_Assignments
AFAS instellen om met projecten te werken
Om projecten in Moss in te schakelen, voeg je deze twee GetConnectors toe aan je AppConnector:
DDI_Kosten (profit)
Profit_Projects
Voor AFAS moet je een 'item' specificeren wanneer je een factuur aan een project toewijst.
In Moss wordt een 'item' beschouwd als een aparte dimensie. Bij het toewijzen van een project aan uitgaven in Moss moet je ook een item specificeren:
Let op: Als je geen 'item' wilt specificeren bij het exporteren van uitgaven van Moss naar AFAS, maak dan een item met de naam MOSS aan in AFAS. Dat item wordt dan automatisch gebruikt tijdens het exporteren:
Dimensies toevoegen aan Moss
Zodra de installatie in AFAS is voltooid kun je naar Moss gaan en alle beschikbare dimensies van AFAS toevoegen via 'Instellingen' > 'Boekhouding' > 'Dimensies'. Klik op “Dimensie toevoegen'.
Selecteer de dimensie (verbijzonderingsas) die je wilt toevoegen en een 'Displaynaam' die in Moss gebruikt zal worden.
De synchronisatie start automatisch. Op deze pagina kun je onnodige items als 'inactief' markeren. Moss synchroniseert gemarkeerde items niet automatisch opnieuw.
In het overzicht zie je een lijst met geïmporteerde dimensies en het aantal actieve items in elk ervan.
Bij het exporteren van uitgaven kun je nu dimensies opgeven in een zijlade. Hieronder zijn kostenplaats, project en kosten ingevuld.